Online preken

Menu

De Mensenzoon is Heer van de sabbat (deel 2)

Laten we vervolgens eens kijken naar de laatste zin van deze passage van de Schrift: “Want de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat.” Zit er een praktische kant aan deze zin? Kunnen jullie een praktische kant aan deze zin herkennen? Elk ding dat God zegt komt uit Zijn hart, dus waarom zei Hij dit? Hoe begrijpen jullie dit? Jullie begrijpen nu misschien de betekenis van deze zin, maar op dat moment begrepen niet veel mensen deze omdat ze nog maar net het Tijdperk van de Wet hadden verlaten. Voor hen was het erop uit trekken op de sabbat iets heel moeilijks, laat staan te begrijpen wat een echte sabbat is.

De zin “de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat” vertelt mensen dat Gods alles immaterieel is. God kan voorzien in al je materiële behoeften, maar zodra je materiële behoeften zijn bevredigd, kan de bevrediging uit deze dingen dan je zoektocht naar de waarheid vervangen? Dat is duidelijk onmogelijk! Gods gezindheid en wat Hij heeft en is waarover we hebben gecommuniceerd, zijn beide de waarheid. Omdat het geen materiële objecten zijn kunnen ze niet worden gewogen met de hoge prijs van materiële objecten, noch kan hun waarde in geld worden uitgedrukt. Ze voorzien in de behoeften van het hart van ieder mens. Voor ieder mens zou de waarde van deze immateriële waarheden groter moeten zijn dan de waarde van welke materiële dingen waarvan je houdt dan ook, nietwaar? Dit is een uitspraak waar jullie bij stil moeten staan. Het belangrijkste punt van wat ik heb gezegd is dat wat God heeft en is en Gods alles de belangrijkste dingen zijn voor elk mens en dat ze niet kunnen worden vervangen door welk materieel object dan ook. Ik geef je een voorbeeld: wanneer je honger hebt, heb je voedsel nodig. Dit voedsel kan relatief goed zijn of relatief gebrekkig, maar zo lang het je vult zal het onprettige hongergevoel er niet meer zijn – het zal verdwenen zijn. Je kunt op je gemak blijven zitten en je lichaam zal tot rust zijn gekomen. De honger van de mens kan worden verholpen met voedsel, maar wanneer je God volgt en voelt dat je geen begrip van Hem hebt, hoe kan je dan de leegheid in je hart verhelpen? Kan deze worden verholpen met voedsel? Of wanneer je God volgt en Zijn wil niet begrijpt, wat kan je dan doen om deze honger in je hart te compenseren? Wanneer je tijdens je ervaring van je redding door God, terwijl je een verandering in je gezindheid najaagt, Zijn wil niet begrijpt of niet weet wat de waarheid is, als je Gods gezindheid niet begrijpt, voel je je dan niet erg ongemakkelijk? Voel je geen enorme honger en dorst in je hart? Weerhouden deze gevoelens je er niet van vrede in je hart te voelen? Dus hoe kun je deze honger in je hart compenseren – is er een manier deze honger te verhelpen? Sommige mensen gaan winkelen, sommigen vinden vrienden om hun hart bij uit te storten, sommige mensen slapen lang uit, anderen lezen meer van Gods woorden, of werken harder en doen harder hun best hun plichten te vervullen. Kunnen deze dingen de werkelijke problemen verhelpen? Jullie begrijpen allemaal dit soort praktijken volledig. Wanneer je je machteloos voelt, wanneer je een sterk verlangen hebt verlichting van God te ontvangen zodat je de realiteit van de waarheid en Zijn wil leert kennen, wat heb je dan het meest nodig? Wat je nodig hebt is geen uitgebreide maaltijd of een paar vriendelijke woorden. Het is ook geen kortstondig comfort en bevrediging van het vlees – wat je nodig hebt is dat God je rechtstreeks en duidelijk vertelt wat je moet doen en hoe je het moet doen, je duidelijk vertelt wat de waarheid is. Nadat je dit hebt begrepen, zelfs al is het maar een heel klein beetje, voel je je dan niet meer bevredigd in je hart dan wanneer je een goede maaltijd zou hebben gegeten? Wanneer je hart bevredigd is, krijgt je hart, je hele persoon, dan niet de ware vrede? Begrijpen jullie door deze analogie en analyse nu waarom ik met jullie de zin “de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat” wilde delen? De betekenis van deze zin is dat wat van God komt, wat Hij heeft en is en Zijn alles, groter zijn dan wat dan ook, inclusief het ding of de persoon waarvan je ooit geloofde dat je hem of haar het meest koesterde. Dat wil zeggen, als een persoon geen woorden uit de mond van God ontvangt of Zijn wil niet begrijpt, hij geen vrede zal verkrijgen. Tijdens jullie toekomstige ervaringen, zullen jullie begrijpen waarom ik jullie deze passage vandaag wilde laten zien – dit is heel belangrijk. Alles wat God doet is waarheid en leven. De waarheid voor de mensheid is iets dat niet kan ontbreken in hun leven, iets waar ze nooit zonder kunnen, je zou kunnen zeggen dat het het grootste ding is. Hoewel je er niet naar kunt kijken of het kunt aanraken, kun je haar belangrijkheid voor jou niet negeren, ze is het enige dat je hart vrede kan schenken.

Is jullie waarheidsbegrip geïntegreerd in jullie eigen gesteldheid? In het echte leven dien je altijd eerst na te denken over welke waarheden betrekking hebben op de mensen, de dingen en de objecten die je bent tegengekomen. Te midden van deze waarheden kun je Gods wil vinden en een verband leggen tussen wat je bent tegengekomen en Zijn wil. Als je niet weet welke aspecten van de waarheid verband houden met de dingen die je bent tegengekomen, maar direct Gods wil gaat zoeken, dan is dat een benadering die behoorlijk blind is en geen resultaten oplevert. Als je de waarheid wilt zoeken en Gods wil wilt begrijpen, zul je eerst moeten kijken wat voor dingen je zijn overkomen, met welke aspecten van de waarheid ze verband houden, en te zoeken naar de waarheid in het woord van God dat betrekking heeft op wat je hebt ervaren. Vervolgens zoek je naar de voor jou geschikte weg van beoefenen in die waarheid. Op deze manier kun je een indirect begrip van Gods wil verwerven. Zoeken naar en het beoefenen van de waarheid betekent niet het mechanisch toepassen van een doctrine of het volgen van een formule. De waarheid is niet formalistisch en de waarheid is ook geen wetmatigheid. De waarheid is niet dood – ze leeft, de waarheid is een levend organisme. De waarheid is de regel die een schepsel dient te volgen en de regel die een mens in zijn leven moet bezitten. Dit is iets dat je meer vanuit je ervaring moet begrijpen. Welke fase in je ervaring je ook hebt bereikt, je bent altijd onscheidbaar van Gods woord of de waarheid, en wat je begrijpt van Gods gezindheid en wat je weet van wat God heeft en is, is allemaal uitgedrukt in Gods woorden. Ze zijn onlosmakelijk verbonden met de waarheid. Gods gezindheid en wat Hij heeft en is vormen zelf de waarheid. De waarheid is een authentieke manifestatie van Gods gezindheid en wat Hij heeft en is. De waarheid maakt wat God heeft en is concreet en drukt het expliciet uit, ze vertelt je rechtstreekser waar God van houdt, waar Hij niet van houdt, wat Hij wil dat je doet en wat Hij je niet toestaat te doen, welk soort mensen Hij veracht en in welk soort mensen Hij zich verheugt. Achter de waarheden die God uitdrukt kunnen mensen Zijn genoegen, woede, verdriet, blijdschap en Zijn essentie zien – dit is de openbaring van Zijn gezindheid. Behalve te weten wat God heeft en is, en vanuit Zijn woord Zijn gezindheid te begrijpen, is het allerbelangrijkste de noodzaak dit begrip te verwerven door middel van praktische ervaring. Als een mens zich uit het echte leven terugtrekt om God te leren kennen, zal dit hem niet lukken. Zelfs als er mensen zijn die enig begrip van het woord van God kunnen verweven, zal het toch beperkt zijn tot theorieën en woorden, en zal er een verschil zijn met hoe God echt is.

Waar we het nu over hebben valt in zijn geheel binnen het bestek van de verhalen vastgelegd in de Bijbel. Door middel van deze verhalen en door het analyseren van deze gebeurtenissen, kunnen mensen Zijn gezindheid en wat Hij heeft en is zoals Hij dat heeft uitgedrukt begrijpen, waardoor ze in staat zijn elk aspect van God breder, dieper, uitvoeriger en diepgaander te leren kennen. Zijn deze verhalen dus de enige manier om elk aspect van God te leren kennen? Nee, dat is niet de enige manier! Want wat God zegt en het werk dat Hij doet in het Tijdperk van het Koninkrijk kan mensen beter helpen Zijn gezindheid te leren kennen, en haar vollediger te kennen. Ik denk echter dat het een beetje eenvoudiger is Gods gezindheid te leren kennen en te begrijpen wat Hij heeft en is door middel van een aantal voorbeelden of verhalen uit de Bijbel die mensen kennen. Als ik de woorden van oordeel en tuchtiging en de waarheden die God vandaag de dag uitdrukt neem zodat je Hem woord voor woord leert kennen, dan zul je het gevoel hebben dat het te saai en te langdradig is en er zullen zelfs mensen zijn die het gevoel hebben dat Gods woorden formalistisch lijken. Maar als ik de Bijbelse verhalen neem als voorbeelden om mensen te helpen Gods gezindheid te leren kennen, zullen ze het niet saai vinden. Je zou kunnen zeggen dat tijdens het uitleggen van deze voorbeelden de details van wat er in die tijd in Gods hart leefde – Zijn stemming of sentiment, of Zijn gedachten en ideeën – in menselijke taal aan de mensen zijn verteld. Het doel van dit alles is hen te laten beseffen, te laten voelen, dat wat God heeft en is geen formule is. Het is geen legende, of iets dat mensen niet kunnen zien of aanraken. Het is iets dat werkelijk bestaat, iets dat mensen kunnen voelen en beseffen. Dit is het uiteindelijke doel. Je zou kunnen zeggen dat mensen die in dit tijdperk leven gezegend zijn. Ze kunnen uit Bijbelse verhalen putten om een breder begrip van Gods eerdere werk te krijgen; ze kunnen Zijn gezindheid zien in het werk dat Hij heeft gedaan. Ze kunnen Gods wil voor de mensheid zien in de gezindheden die Hij heeft uitgedrukt, de concrete manifestaties van Zijn heiligheid en Zijn zorg voor de mensen begrijpen en zo een meer gedetailleerde en diepere kennis van Gods gezindheid bereiken. Ik geloof dat jullie dit allemaal kunnen voelen!

Binnen het bestek van het werk dat de Heer Jezus in het Tijdperk van Genade heeft volbracht, kun je een ander aspect zien van wat God heeft en is. Het werd uitgedrukt door Zijn vlees, en mensen konden het zien en beseffen door Zijn menselijkheid. In de Mensenzoon zagen mensen hoe God in het vlees Zijn menselijkheid uitleefde en zagen ze Gods goddelijkheid uitgedrukt door het vlees. Deze twee uitdrukkingsvormen boden mensen de kans een zeer reële God te zien en stelden hen in staat een andere opvatting over God te vormen. Echter, in de tijdsperiode tussen de schepping van de wereld en het einde van het Tijdperk van de Wet, dat wil zeggen, vóór het Tijdperk van Genade, was wat werd gezien, gehoord en ervaren door de mensen alleen het goddelijk aspect van God. Het was wat God deed en sprak in een ongrijpbaar rijk, en de dingen die Hij uitdrukte vanuit Zijn werkelijke persoon, die niet konden worden gezien of aangeraakt. Deze dingen gaven mensen vaak het gevoel dat God zo groot was dat ze Hem niet konden benaderen. De impressie die God de mensen meestal gaf, was dat Hij aan en uit flakkerde en mensen hadden zelfs het gevoel dat Zijn gedachten en ideeën stuk voor stuk zo mysterieus en ongrijpbaar waren dat het onmogelijk was ze te bereiken, laat staan te proberen ze te begrijpen en waarderen. Voor de mensen was alles wat te maken had met God heel ver – zo ver dat mensen het niet konden zien, het niet konden aanraken. Het leek alsof Hij hoog in de hemel was, het leek alsof Hij in het geheel niet bestond. Voor mensen was het begrijpen van Gods hart en geest of iets van Zijn gedachten onhaalbaar en zelfs onbereikbaar. Hoewel God in het Tijdperk van de Wet een aantal concrete werken uitvoerde en Hij ook een aantal specifieke woorden sprak en een aantal specifieke gezindheden uitdrukte om mensen in staat te stellen Hem te waarderen en enige echte kennis van Hem te zien, vond Gods uitdrukking van wat Hij heeft en is uiteindelijk plaats in een ongrijpbaar rijk, en wat mensen begrepen, wat ze wisten, was nog steeds het goddelijke aspect van wat Hij heeft en is. De mensheid kon geen concrete voorstelling vormen van de uitdrukking van wat Hij heeft en is, en hun indruk van God was nog steeds gevangen binnen het bestek van ‘een Spiritueel lichaam dat moeilijk is te naderen en dat dan weer wel, dan weer niet valt waar te nemen’. Omdat God geen specifiek object of beeld gebruikte om in het materiële rijk aan de mensen te verschijnen, konden ze Hem nog steeds niet door middel van menselijke taal definiëren. De mensen wilden in hun harten en geesten altijd hun eigen taal gebruiken om een standaard voor God vast te stellen en Hem daarmee tastbaar en menselijk maken, bijvoorbeeld hoe lang Hij is, hoe groot Hij is, hoe Hij eruitziet, waar Hij in het bijzonder van houdt en wat Zijn specifieke persoonlijkheid is. Feitelijk wist God in Zijn hart dat de mensen zo dachten. Hij was zich terdege bewust van de behoeften van de mensen en natuurlijk wist Hij ook wat Hij zou moeten doen. In het Tijdperk van Genade voerde hij dus Zijn werk op een andere manier uit. Deze manier was zowel goddelijk als vermenselijkt. In de tijdsperiode dat de Heer Jezus Zijn werk deed, konden de mensen zien dat God zich op vele menselijke manieren kon uitdrukken. Hij kon bijvoorbeeld dansen, bruiloften bijwonen, gemeenschap hebben met mensen, met hen spreken en dingen met hen bediscussiëren. Daarnaast voltooide de Heer Jezus ook veel werk dat Zijn goddelijkheid representeerde en natuurlijk was al dit werk een uitdrukking en openbaring van Gods gezindheid. Tijdens deze periode, toen Gods goddelijkheid in gewoon vlees, dat mensen konden zien en aanraken, werd gerealiseerd, hadden ze niet meer het gevoel dat Hij aan en uit flakkerde, dat zij Hem niet konden benaderen. Integendeel, ze konden proberen de wil van God te bevatten en Zijn goddelijkheid te begrijpen middels elke beweging, elk woord en elk werk van de Mensenzoon. De vleesgeworden Mensenzoon drukte door Zijn menselijkheid Gods goddelijkheid uit en bracht de wil van God over op de mensheid. En door de uitdrukking van Gods wil en gezindheid openbaarde Hij de mensen ook de God in het spirituele rijk die niet gezien of aangeraakt kan worden. Wat mensen zagen was God Zelf, tastbaar en met vlees en botten. De vleesgeworden Mensenzoon maakte dus dingen zoals Gods eigen identiteit, status, beeld, gezindheid en wat Hij heeft en is concreet en vermenselijkt. Hoewel het uiterlijk voorkomen van de Mensenzoon wat betreft het beeld van God enige beperkingen kende, waren Zijn essentie en wat Hij heeft en is geheel in staat Gods eigen identiteit en status te vertegenwoordigen – er waren slechts enkele verschillen in de uitdrukkingsvorm. Het maakt niet uit of het nu de menselijkheid of goddelijkheid van de Mensenzoon is, we kunnen niet ontkennen dat Hij Gods eigen identiteit en status vertegenwoordigde. Tijdens deze periode werkte God echter door het vlees, sprak Hij vanuit het perspectief van het vlees en stond Hij voor de mensheid met de identiteit en status van de Mensenzoon. Dit bood mensen de gelegenheid de ware woorden en het ware werk van God onder de mensheid te ontmoeten en ervaren. Het stelde mensen ook in staat inzicht te verwerven in Zijn goddelijkheid en grootheid te midden van nederigheid en een voorlopig begrip en een voorlopige definitie te vormen van de authenticiteit en de werkelijkheid van God. Hoewel het werk dat door de Heer Jezus werd voltooid, Zijn manier van werken en het perspectief van waaruit Hij sprak verschilde van Gods echte persoon in het spirituele rijk, representeerde alles aan Hem werkelijk God Zelf zoals mensen Hem nog nooit eerder hadden gezien – dit kan niet worden ontkend! Dat wil zeggen, in welke vorm God ook verschijnt, vanuit welk perspectief Hij ook spreekt of in welk beeld Hij de mensheid ook confronteert, God vertegenwoordigt altijd niets anders dan Zichzelf. Hij kan geen mens vertegenwoordigen – Hij kan geen verdorven mens vertegenwoordigen. God is God Zelf, dit kan niet worden ontkend.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Laat een antwoord achter