Online preken

Menu

Volgende

Dagelijkse woorden van God: God kennen | Fragment 2

2,315 22/05/2020

Gods eigendommen en Zijn wezen, Gods essentie, Gods gezindheid – dit alles is in Zijn woorden aan de mensheid geopenbaard. Wanneer de mens Gods woorden ervaart, zal hij wanneer hij ze uitvoert het doel achter de woorden die God spreekt leren begrijpen. Hij zal de oorsprong en achtergrond van Gods woorden leren begrijpen. Hij zal het beoogde effect van Gods woorden leren begrijpen en op waarde leren schatten. Dit zijn allemaal dingen die de mens moet ervaren, bevatten en in zich opnemen om toegang te krijgen tot de waarheid en het leven, om Gods bedoelingen te bevatten, om een transformatie in zijn gezindheid te krijgen, en om zich te kunnen onderwerpen aan de soevereiniteit en de beschikkingen van God. Terwijl de mens deze dingen ervaart, bevat en in zich opneemt, leert hij geleidelijk God te begrijpen, en verkrijgt hij bovendien op verschillende niveaus kennis over Hem. Dit begrip en deze kennis komen niet voort uit iets wat de mens bedacht of samengesteld heeft, maar uit de dingen die hij op waarde schat, ervaart, voelt en die in zijn hart bevestigd worden. Pas wanneer hij deze dingen op waarde schat, ervaart, voelt en bevestigd weet, krijgt zijn kennis van God inhoud. Alleen de kennis die hij nu verwerft, is feitelijk, reëel en nauwkeurig. Dit proces – het verwerven van begrip en ware kennis van God door zijn woorden op waarde te schatten, te ervaren, te voelen en bevestigd te weten – is niets anders dan ware gemeenschap tussen mens en God. Vanuit dit soort gemeenschap leert de mens Gods bedoelingen werkelijk te begrijpen, leert hij Gods eigendommen en Zijn wezen werkelijk te begrijpen, leert hij Gods essentie werkelijk te begrijpen en te kennen, leert hij geleidelijk Gods gezindheid te begrijpen. Vanuit deze gemeenschap verkrijgt hij echte zekerheid over Gods heerschappij over de hele schepping en leert hij die correct te definiëren. Vanuit deze gemeenschap krijgt hij een wezenlijk perspectief op en kennis van Gods identiteit en positie. Vanuit deze gemeenschap verandert de mens stap voor stap zijn ideeën over God, waarbij hij zich niet langer een voorstelling van Hem maakt die op niets gebaseerd is, zijn wantrouwen tegen Hem de vrije loop laat, Hem verkeerd begrijpt, Hem veroordeelt, een oordeel over Hem velt of aan Hem twijfelt. Als gevolg daarvan zal de mens minder in discussie gaan met God, zal hij minder conflicten hebben met God en zal het minder vaak voorkomen dat hij in opstand komt tegen God. De mens zal zich daarentegen meer om God bekommeren, zich meer en meer aan Hem onderwerpen, en zijn eerbied voor God zal reëler en dieper worden. Vanuit deze gemeenschap zal de mens niet alleen de waarheid en de doop des levens ontvangen, maar tegelijkertijd ook ware kennis van God verwerven. Vanuit deze gemeenschap zal de mens in zijn gezindheid worden getransformeerd en redding ontvangen, bovendien zal hij tot de ware godvrezendheid en aanbidding komen als schepsel tegenover God. Als de mens eenmaal deze gemeenschap heeft ervaren, zal zijn geloof in God niet langer als een leeg blad papier zijn, of als een belofte die slechts bij wijze van lippendienst is gedaan, of een vorm van blind streven en verafgoden. Alleen vanuit deze gemeenschap zal het leven van de mens dag aan dag tot wasdom komen, en nu pas zal zijn gezindheid geleidelijk getransformeerd worden en zal zijn geloof in God stap voor stap veranderen van een vaag en onzeker geloof in ware onderwerping en zorg, in ware eerbied. De mens zal zich in zijn streven naar God geleidelijk ontwikkelen van iemand met een passieve houding naar iemand met een actieve houding, van iemand die zich laat beïnvloeden tot iemand die positieve actie onderneemt. Alleen vanuit deze gemeenschap zal de mens tot een waar inzicht in en begrip van God komen, en tot ware kennis van God. Omdat de grote meerderheid van de mensen nooit de ware gemeenschap met God heeft gekend, reikt hun kennis van God niet verder dan theorie, woorden en leerstellingen. Dat wil zeggen dat de grote meerderheid van de mensen, ook al geloven ze nog zo lang in God, nog steeds aan het begin staat als het erom gaat God te kennen, en vastzit in elementaire, traditionele vormen van eerbetoon, met alle uiterlijk vertoon en middeleeuws bijgeloof van dien. Dat de kennis die de mens heeft van God niet verder komt dan het beginstadium, betekent dat die kennis vrijwel nihil is. Hoewel de mens Gods positie en identiteit onderschrijft, bevindt zijn geloof in God zich nog steeds in een toestand van vage onzekerheid. Hoeveel ware eerbied voor God kan zo’n mens dan hebben?

Hoe vast je ook gelooft in Zijn bestaan, dit kan niet in de plaats komen van je kennis van God noch van je vereren voor God. Al heb je nog zoveel ervaren van Zijn zegeningen en Zijn genade, dit kan niet in de plaats komen van je kennis van God. Al ben je nog zo vurig bereid je helemaal aan Zijn dienst te wijden en alles te geven ter wille van Hem, dit kan niet in de plaats komen van je kennis van God. Al ben je nog zo vertrouwd met de woorden die Hij gesproken heeft – misschien ken je ze zelfs wel uit je hoofd en kun je ze achterstevoren opzeggen – dit kan niet in de plaats komen van je kennis van God. Al is de mens nog zo vastbesloten God te volgen, als hij nooit daadwerkelijke gemeenschap met God heeft gehad, of Gods woorden daadwerkelijk heeft ervaren, dan is zijn kennis van God niet meer dan een lege huls of eindeloze dromerij. Je kunt nog zo vaak terloopse ‘onderonsjes’ met God hebben gehad of Hem van aangezicht tot aangezicht hebben ontmoet, je kennis van God zou nog steeds nul komma nul zijn, en je eerbied voor God niet meer dan een holle frase of een hersenschim.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Voorwoord

Laat een antwoord achter