Online preken

Menu

Volgende

Dagelijkse woorden van God: Gods werk kennen | Fragment 154

23 30/12/2020

De visies omvatten vele paden om te beoefenen. De visies omvatten ook de praktische eisen aan de mens, alsook het werk van God dat de mens behoort te kennen. In het verleden kwam tijdens speciale bijeenkomsten of de grote bijeenkomsten op verschillende plaatsen maar één aspect van het pad van de praktijk ter sprake. Die praktijk was dat wat tijdens het Tijdperk van Genade in praktijk gebracht moest worden en had vrijwel niets met de kennis van God te maken, want de visie van het Tijdperk van Genade was slechts de visie van Jezus’ kruisiging en er waren geen verhevener visies. De mens werd geacht niet meer te kennen dan het werk van Zijn verlossing van de mensheid door de kruisiging, dus tijdens het Tijdperk van Genade waren er geen andere visies die de mens kon leren kennen. Op die manier had de mens slechts zeer karige kennis van God en naast de kennis van Jezus’ liefde en ontferming waren er maar enkele eenvoudige en jammerlijke dingen die hij in praktijk kon brengen, dingen die bij lange na niet kunnen tippen aan vandaag. In het verleden kon de mens niet spreken over een praktische kennis van Gods werk, welke vorm zijn samenkomst ook had, laat staan dat iemand duidelijk kon zeggen wat het meest geschikte pad van de praktijk voor de mens was om te bewandelen. Hij voegde slechts enkele eenvoudige details toe aan een fundament van verdraagzaamheid en geduld; er was simpelweg geen verandering in het wezen van zijn praktijk, want binnen hetzelfde tijdperk deed God geen nieuwer werk. De enige eisen die Hij aan de mens stelde, waren verdraagzaamheid en geduld, of het kruis dragen. Buiten zulke praktijken waren er geen hogere visies dan de kruisiging van Jezus. In het verleden was er geen sprake van andere visies omdat God niet heel veel werk deed en omdat Hij maar beperkte eisen aan de mens stelde. Op die manier kon de mens, wat hij ook deed, deze grenzen niet overtreden, grenzen die slechts enkele eenvoudige en oppervlakkige zaken inhielden die de mens in praktijk moest brengen. Ik spreek vandaag over andere visies omdat er vandaag meer werk is gedaan, werk dat het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade in zeer grote mate overstijgt. De eisen aan de mens zijn eveneens een stuk hoger dan in voorbije tijdperken. Als de mens niet in staat is om zulk werk volledig te kennen, zou het geen grote betekenis in zich hebben; men kan zeggen dat de mens moeite zou hebben om zulk werk volledig te kennen als hij er niet zijn hele leven echt moeite voor doet. In het overwinningswerk zou enkel maar praten over het pad van de praktijk de overwinning van de mens onmogelijk maken. Alleen praten over de visies zonder enige eisen aan de mens, zou de overwinning van de mens eveneens onmogelijk maken. Als er alleen over het pad van de praktijk gesproken werd, zou het onmogelijk zijn de mens in zijn achilleshiel te treffen of de denkbeelden van de mens te verjagen, en ook zou het onmogelijk zijn om de mens compleet te overwinnen. Visies zijn het belangrijkste instrument om de mens te overwinnen, maar als er geen pad was naast de visies, zou de mens geen manier hebben om te kunnen volgen en geen enkele manier hebben om binnen te gaan. Dit is van begin tot eind het principe van Gods werk geweest: In de visies ligt besloten wat in praktijk gebracht kan worden en er zijn dus ook visies naast datgene wat in praktijk gebracht kan worden. De mate van veranderingen in het leven en de gezindheid van de mens gaat samen met veranderingen in de visies. Als de mens het alleen van zijn eigen inspanningen moest hebben, zou het voor hem onmogelijk zijn om enige betekenisvolle verandering te bewerkstelligen. De visies spreken over het werk van God Zelf en over het management van God. Praktijk duidt op het pad van iemands praktische beoefening en op de weg van het menselijk bestaan; in al het management van God is de relatie tussen visies en praktijk de relatie tussen God en de mens. Als de visies werden weggenomen of als ze alleen ter sprake kwamen zonder de praktijk te noemen, of als er alleen visies waren en de praktijk voor de mens werd uitgewist, dan zou men zulke dingen niet als het management van God kunnen beschouwen en kan men al helemaal niet zeggen dat het werk van God ten behoeve van de mensheid is; op deze manier zou niet alleen de plicht van de mens worden weggenomen, maar zou het oogmerk van Gods werk ermee ontkend worden. Als de mens van begin tot eind alleen maar in de praktijk bezig moest zijn zonder dat Gods werk een rol speelde en als de mens het werk van God ook niet hoefde te kennen, dan zou men zulk werk al helemaal niet het management van God kunnen noemen. Als de mens God en Gods wil niet kende en zijn praktijk blind beoefende op een vage en abstracte wijze, dan zou hij nooit een volkomen gekwalificeerd schepsel worden. Deze twee dingen zijn dus allebei onontbeerlijk. Als alleen het werk van God er was, dat wil zeggen als alleen de visies er waren en er geen sprake was van medewerking of praktijk door de mens, dan zou men zulke zaken niet het management van God kunnen noemen. Als er alleen sprake was van de praktijk en intrede van de mens, zou dit eveneens onaanvaardbaar zijn, hoe verheven het door de mens bewandelde pad ook was. Het binnengaan van de mens moet gaandeweg veranderen samen met het werk en de visies; het kan niet als een gril veranderen. De principes van de praktijk van de mens zijn niet vrij en onbeperkt, maar binnen bepaalde grenzen. Zulke principes veranderen tegelijk met de visies van het werk. Gods management komt dus uiteindelijk neer op Gods werk en de praktijk van de mens.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en de praktijk van de mens

Laat een antwoord achter