Read more!
Read more!

De unieke manier en kenmerken van de uitspraken van de Schepper zijn een symbool van de unieke identiteit en het gezag van de Schepper

Gen. 17:4-6 Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want ik maak je de vader van vele volken. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn.

Gen. 18:18-19 Abraham zal immers zeker tot een groot en machtig volk uitgroeien. Alle volken van de aarde zullen bovendien met hem zegen ontvangen. Want ik ken hem, ik weet dat hij aan zijn kinderen en de generaties daarna opdracht zal geven om de weg van Jehova in acht te nemen, om gerechtigheid en recht te doen; dat Jehova Abraham datgene zal brengen waar Hij over heeft gesproken.

Gen. 22:16-18 “Ik heb bij mijzelf gezworen,” zei Jehova: “Omdat je dit gedaan hebt en je zoon, je enige zoon, niet van mij hebt weggehouden, zal ik je volop zegenen. Ik zal je nakomelingen zo talrijk maken als de sterren aan het firmament en als de zandkorrels van het strand aan de zee. Je nakomelingen zullen de poort van hun vijanden in bezit nemen. En door jouw nageslacht zullen alle volken van de aarde worden gezegend, omdat jij mijn stem hebt gehoorzaamd.”

Job 42:12 En Jehova zegende Job later nog meer dan in het begin. Hij bezat uiteindelijk veertienduizend schapen, zesduizend kamelen, duizend span runderen en duizend ezelinnen.

Velen willen de zegeningen van God zoeken en krijgen, maar niet iedereen kan deze zegeningen krijgen, want God heeft Zijn eigen principes en zegent de mens op Zijn eigen manier. De beloften die God de mens doet en de omvang van de genade die Hij de mens schenkt, worden toegewezen naar aanleiding van de gedachten en daden van de mens. Wat wordt er dus aangetoond door de zegeningen van God? Wat kunnen mensen daarin zien? Laten we op dit gebied de discussie over wat voor soort mensen God zegent, of de principes van Gods zegening van de mens terzijde schuiven. Laten we in plaats daarvan naar Gods zegen voor de mens kijken met de bedoeling om het gezag van God te kennen, vanuit het perspectief van het leren kennen van het gezag van God.

De vier gedeeltes uit de Schrift hierboven zijn allemaal verhalen over Gods zegen voor de mens. Ze geven een gedetailleerde beschrijving van de ontvangers van Gods zegeningen, zoals Abraham en Job, evenals van de redenen waarom God Zijn zegeningen schonk en van wat er in deze zegeningen besloten ligt. De toon en de manier waarop God zich uitspreekt en het perspectief en de positie van waaruit Hij sprak, stellen mensen in staat te waarderen dat Degene die zegeningen geeft en de ontvanger van dergelijke zegeningen, een duidelijk verschillende identiteit, status en wezen hebben. De toon en manier waarop deze uitspaken worden gedaan en de positie van waaruit ze werden gesproken, zijn uniek voor God, die de identiteit van de Schepper bezit. Hij heeft gezag en macht, Hem komt de eer toe van de Schepper, Hij bezit majesteit waar niemand aan twijfelt.

Laten we eerst naar Gen. 17:4-6 kijken: “Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want ik maak je de vader van vele volken. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn.” Dit waren de woorden van het verbond dat God met Abraham vestigde, evenals de zegen van God aan Abraham: God zou Abraham tot vader maken van naties, zou hem buitengewoon vruchtbaar maken en naties en koningen zouden uit hem voortkomen. Hoe zie je het gezag van God in deze woorden? En hoe zie je een dusdanig gezag? Welk aspect van het wezen van Gods gezag zie je? Als je deze woorden goed leest, is het niet moeilijk om te ontdekken dat het gezag en de identiteit van God duidelijk geopenbaard zijn in de bewoordingen waarmee God Zich uit. Bijvoorbeeld, wanneer God zegt: “Ik doe jou deze belofte: je zult […] ik maak je […] Ik zal je […] maken […]”, uitdrukkingen als “je zult” en “Ik zal”, waarvan de bewoording de bevestiging van Gods identiteit en gezag dragen, zijn in één opzicht een indicatie van de trouw van de Schepper; in een ander opzicht zijn het speciale woorden die door God worden gebruikt, die de identiteit van de Schepper bezitten – en die ook deel uitmaken van het conventionele vocabulaire. Als iemand zegt dat hij of zij hoopt dat een ander heel vruchtbaar zal zijn, dat naties en koningen uit hem of haar zullen voortkomen, dan is dat ongetwijfeld een soort wens en geen belofte of zegening. Dus mensen durven niet te zeggen: “Ik zal je … maken van dergelijke en dergelijke, en ik zal … zus en zo”, want zij weten dat zij niet die macht bezitten; het is niet aan hen en zelfs als ze zoiets zeggen, zouden hun woorden leeg zijn en onzin, ingegeven door hun verlangen en ambitie. Durft iemand op zo’n hoge toon spreken als hij weet dat hij of zij die wensen niet kan vervullen? Iedereen wenst zijn nakomelingen het beste en hoopt dat ze zullen uitblinken en veel succes zullen hebben. Wat een groot geluk zou het voor een van hen zijn om keizer te worden! Als iemand gouverneur zou worden, zou dat ook al goed zijn – zo lang iemand maar belangrijk is! Dit zijn menselijke wensen, maar mensen kunnen alleen zegeningen toewensen aan hun nazaten en kunnen dit soort beloftes niet vervullen of waarmaken. In zijn hart weet iedereen heel goed dat hij of zij niet de macht heeft om zulke dingen te bereiken, want wanneer dit alles al buiten hun macht ligt, hoe zouden ze dan het lot van anderen kunnen bepalen? Terwijl de reden waarom God zulke woorden kan zeggen, ligt in het feit dat God dit gezag bezit en in staat is om alle beloften die Hij de mens doet te vervullen en te realiseren en om alle zegeningen die Hij de mens schenkt uit te laten komen. De mens is door God geschapen en het is voor God kinderspel om iemand buitengewoon vruchtbaar te maken; om iemands afstammelingen welvarend te maken is slechts een woord van Hem genoeg. Hij zou Zich voor zoiets nooit in het zweet hoeven werken, of Zijn geest op de proef stellen, of Zich er het hoofd over breken; hierin ligt juist de kracht en het gezag van God.

Wanneer je leest “Abraham zal immers zeker tot een groot en machtig volk uitgroeien. Alle volken van de aarde zullen bovendien met hem zegen ontvangen” in Genesis 18:18, kunnen jullie dan het gezag van God voelen? Kunnen jullie het buitengewone van de Schepper voelen? Kunnen jullie de heerschappij van de Schepper voelen? De woorden van God zijn zeker. God zegt dergelijke woorden niet vanwege, of als een weergave van Zijn vertrouwen in succes; ze zijn juist een bewijs van het gezag van Gods uitspraken en zijn een gebod dat de woorden van God waarmaakt. Er zijn twee uitdrukkingen waar jullie hier aandacht aan moeten besteden. Wanneer God zegt: “Abraham zal immers zeker tot een groot en machtig volk uitgroeien. Alle volken van de aarde zullen bovendien met hem zegen ontvangen,” is er dan enige dubbelzinnigheid in deze woorden? Is er enig punt van zorg? Is er enig element van angst? Omdat de woorden “zal immers zeker” en “zullen” onderdeel zijn van Gods uitspraken, hebben deze elementen, die kenmerkend zijn voor mensen en vaak in hen worden getoond, nooit enige relatie met die van de Schepper gehad. Niemand zou dergelijke woorden durven gebruiken als hij anderen het beste wenst, niemand zou met een dergelijke zekerheid iemand anders durven zegenen met een grote en machtige natie, of beloven dat alle naties van de aarde in hem gezegend zullen zijn. Hoe zekerder de belofte in de woorden van God, hoe meer ze iets bewijzen – en wat is dat iets? Ze bewijzen dat God dit gezag heeft, dat Zijn gezag deze dingen kan volbrengen en dat hun vervulling volkomen zeker is. God was zeker in Zijn hart van alles waar Hij Abraham mee zegende, Hij vertoonde niet de minste aarzeling. Bovendien zou dit alles in overeenstemming met Zijn woorden worden bereikt en zou geen enkele kracht de vervulling ervan kunnen veranderen, belemmeren, schaden of verstoren. Ongeacht wat er gebeurde, niets kon de vervulling van Gods woorden intrekken of beïnvloeden. Dit is juist de macht van de woorden die van de Schepper komen en het gezag van de Schepper die geen ontkenning van de mens duldt! Twijfel je nog steeds als je deze woorden hebt gelezen? Deze woorden werden gesproken door de mond van God, en er is kracht, majesteit en gezag in de woorden van God. Zulke macht en zulk gezag, en de onvermijdelijkheid van de vervulling van feiten, zijn onbereikbaar voor een geschapen of niet-geschapen wezen, en onovertrefbaar door een geschapen of niet-geschapen wezen. Alleen de Schepper kan op zo’n toon en met zo’n intonatie met de mensheid praten en feiten hebben bewezen dat Zijn beloften geen lege woorden zijn, of nutteloze opschepperij, maar de uitdrukking zijn van het unieke gezag dat niet te overtreffen is door een persoon, ding of object.

Wat is het verschil tussen de woorden die door God worden gesproken en de woorden die door de mens worden gesproken? Wanneer je deze woorden leest die door God zijn gesproken, voel je de kracht van Gods woorden en het gezag van God. Hoe voel je je wanneer je mensen zulke woorden hoort zeggen? Vind je dat ze extreem arrogant en opschepperig zijn, mensen die een show van zichzelf maken? Want zij hebben deze macht niet, zij bezitten niet dit gezag en daarom zijn zij helemaal niet in staat om dergelijke dingen te bereiken. Dat ze zo zeker zijn van hun beloftes, toont alleen de zorgeloosheid van hun opmerkingen aan. Als iemand zulke woorden zegt, dan zijn ze ongetwijfeld arrogant en overmoedig en onthullen ze zich als een klassiek voorbeeld van de gezindheid van de aartsengel. Deze woorden kwamen uit de mond van God; voel je hier enig element van arrogantie? Heb je het gevoel dat Gods woorden gewoon een grap zijn? De woorden van God hebben gezag, de woorden van God zijn feitelijk, en voordat de woorden uit Zijn mond komen, wat wil zeggen: terwijl Hij de beslissing neemt om iets te doen, dan is dat al volbracht. Men kan zeggen dat alles wat God tegen Abraham zei een verbond was dat God met Abraham had gesloten en een belofte die God aan Abraham had gedaan. Deze belofte was een vaststaand feit, maar ook een voldongen feit en deze feiten werden geleidelijk vervuld volgens het plan dat God in gedachten had. Dus als God zulke woorden zegt, betekent dat niet dat Hij een arrogante gezindheid heeft, want God is in staat om zulke dingen te doen. Hij heeft deze macht en dit gezag en is volledig in staat om deze daden te bereiken, en hun vervulling ligt volledig binnen Zijn bereik. Wanneer woorden zoals deze worden uitgesproken door God, zijn ze een openbaring en een uitdrukking van Gods ware gezindheid, een perfecte openbaring en manifestatie van het wezen en het gezag van God en er is niets dat geschikter en passender is als bewijs van de identiteit van de Schepper. De manier, toon en bewoording van dergelijke uitspraken zijn nou juist het kenmerk van de identiteit van de Schepper en ze komen perfect overeen met de uitdrukking van Gods eigen identiteit; daarin is geen schijn, geen onzuiverheid; ze zijn, volkomen de perfecte demonstratie van het wezen en het gezag van de Schepper. Wat de schepselen betreft, zij bezitten noch dit gezag, noch het wezen, en nog minder bezitten zij de kracht die door God is gegeven. Als de mens dergelijk gedrag vertoont, dan zou het absoluut zeker de uitbarsting van zijn verdorven gezindheid zijn en aan de wortel hiervan zou zich de bemoeizuchtige invloed bevinden van de arrogantie van de mens en de wilde ambitie van de mens en de blootstelling van de kwaadaardige bedoelingen van niemand minder dan de duivel, Satan, die mensen wil bedriegen en verleiden om God te verraden. Hoe beoordeelt God datgene wat door dergelijke taal geopenbaard wordt? God zou zeggen dat je je Zijn plaats wilt toe-eigenen en dat je Hem wilt nabootsen en vervangen. Wanneer je de toon van Gods uitspraken imiteert is het je bedoeling om de plaats van God in te nemen in de harten van mensen, om je de mensheid toe te eigenen die rechtmatig behoort aan God. Dit is Satan, puur en eenvoudig; dit zijn de daden van de afstammelingen van de aartsengel, en onverdraaglijk voor de hemel! Zijn er onder jullie mensen die ooit God hebben nagebootst door een paar woorden te spreken, met de bedoeling mensen te misleiden en te bedriegen, en hen het gevoel te geven dat de woorden en daden van deze persoon het gezag en de macht van God droegen, alsof het wezen en de identiteit van deze persoon uniek was, en zelfs alsof de toon van de woorden van deze persoon vergelijkbaar was met die van God? Hebben jullie ooit zoiets gedaan? Hebben jullie ooit de toon van God nagebootst in jullie toespraken, met gebaren die ogenschijnlijk de gezindheid van God voorstellen, met datgene waarvan je veronderstelt dat het macht en gezag is? Handelen de meesten van jullie vaak op zo’n manier, of zijn jullie dat van plan? Nu, wanneer jullie echt het gezag van de Schepper zien, waarnemen en kennen en terugkijken op wat jullie deden, en wat jullie doorgaans van jezelf lieten zien, voelen jullie je dan misselijk? Erkennen jullie je laaghartigheid en schaamteloosheid? Als je de gezindheid en het wezen van zulke mensen hebt ontleed, kan er dan van worden gezegd dat ze vervloekte hellekinderen zijn? Kan men zeggen dat iedereen die zulke dingen doet, zichzelf vernedert? Weten jullie hoe ernstig dit is? Gewoon hoe ernstig dit is? De bedoeling van mensen die op deze manier handelen is om God te imiteren. Ze willen God zijn om te zorgen dat mensen hen als God aanbidden. Ze willen Gods plaats in het hart van mensen teniet doen en de God die bij de mens werkt afschaffen, en dat doen ze om het doel te bereiken van het beheersen, verslinden en in bezit nemen van mensen. Iedereen heeft dergelijke onbewuste verlangens en ambities en in iedereen leeft in dit soort verdorven satanische essentie in een satanische aard waarin ze vijandig tegenover God staan, God verraden en God willen worden. Als jullie mijn communicatie volgen, over het onderwerp van Gods gezag, hebben jullie nu nog steeds de wens of het streven om God te verpersoonlijken of te imiteren? En willen jullie nog steeds God zijn? Willen jullie nog steeds God worden? Het gezag van God kan door de mens niet worden nagebootst en de identiteit en status van God kan niet door de mens worden geïmiteerd. Hoewel je in staat bent om de toon waarmee God spreekt te imiteren, kun je het wezen van God niet imiteren. Hoewel je in staat bent om in Gods plaats te staan en jezelf als God voor te doen, zul je nooit in staat zijn om datgene te doen wat God van plan is te doen en zul je nooit in staat zijn om over alles te heersen en te bevelen. In de ogen van God, zul je voor altijd een klein schepsel zijn en ongeacht hoe geweldig je vaardigheden en bekwaamheden zijn, ongeacht hoeveel talenten je hebt, je staat in je geheel onder de heerschappij van de Schepper. Hoewel je in staat bent om enkele brutale woorden te zeggen, kan dat ook niet aantonen dat je het wezen van de Schepper hebt, noch dat je het gezag van de Schepper bezit. Het gezag en de macht van God zijn het wezen van God Zelf. Ze werden niet geleerd, of extern toegevoegd, maar zijn het inherente wezen van God Zelf. En daarom kan de relatie tussen de Schepper en de schepselen nooit worden veranderd. Als een van de schepselen moet de mens zijn eigen positie behouden en zich gewetensvol gedragen. Waak plichtsgetrouw over wat je is toevertrouwd door de Schepper. Loop niet uit de pas en doe geen dingen die je vermogen te boven gaan of die walgelijk zijn in de ogen van God. Probeer niet groot of een supermens te zijn, of boven anderen te staan, en probeer niet God te worden. Zo zouden mensen niet moeten willen zijn. Groot of een supermens willen worden is absurd. God willen worden is nog schandelijker; het is walgelijk en verachtelijk. Wat prijzenswaardig is en waar de schepselen zich boven alles aan zouden moeten houden, is een waarachtig schepsel te worden; dit is het enige doel dat alle mensen moeten nastreven.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke I

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Share